Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 18-06-2025

PHALLUS

betekenis & definitie

Phallus (φαλλος), grieks woord voor het mannelijk geslachtsorgaan, tegenwoordig vrijwel uitsluitend gebruikt voor de penis als symbool van vruchtbaarheid en scheppende natuurkracht. Als zodanig kwam en komt de phallus in vele culturen voor, ook in het oude Oosten, in het oude Griekenland en het oude Rome.

In Griekenland was hij in het bijzonder een attribuut van de → Dionysusdienst, maar ook andere vruchtbaarheidsgoden, zoals → Silenus, Priapus en Hermes werden erdoor gekenmerkt. Bij vruchtbaar- heidsriten werden dikwijls grote nagemaakte phalli in processie rondgedragen (φαλλοφορια); volgens Aristoteles was de griekse → komedie uit dergelijke ceremoniën ontstaan. De phallus speelde ook een belangrijke apotropaeïsche rol, om onheil af te weren (en zegen te verkrijgen): niet alleen stonden overal langs straten en wegen ithyphallische → hermen opgesteld, ook in de vorm van amuletten en als ornament op gebruiksvoorwerpen e.d. waren afbeeldingen en nabootsingen van de phallus, vooral onder de lagere bevolking, bijna alomtegenwoordig.

Lit. H. Herter (PRE 19,1681-1748). [Nuchelmans]

< >