Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 18-06-2025

PHAËTHON

betekenis & definitie

Phaëthon (Φαιεθων), legendarische zoon van de zonnegod Helius en Oceanus’ dochter Clymene. Hij vroeg zijn vader, die hem toegezegd had een van zijn wensen te zullen vervullen, om aldus zijn vaderschap te bevestigen, of hij één dag de zonnewagen mocht besturen.

Helius stemde toe, maar Phaëthon bleek niet in staat de vurige paarden in de hand te houden en ze ’s avonds te dwingen de oceaan in te duiken. Ze sloegen op hol en door de verzengende hitte dreigde de aarde te verbranden. Zeus doodde toen Phaëthon met zijn bliksem. Deze viel in de Eridanus en zijn ontroostbare zusters werden in populieren veranderd; uit haar tranen zou de barnsteen ontstaan zijn. Van Phaëthon zijn enkele afbeeldingen op romeinse sarcofagen bekend.Lit. Ovidius, Metamorfosen 1, 750 - 2, 400. - G. Knaack (Roscher 3, 2175-2200). G. Türk (PRE 19, 1508-1515). [Schouten]

< >