Uit Parium in Mysië afkomstige cynische wijsgeer, die in de 2e eeuw nC al predikend door Klein-Azië, Syrië, Palestina, Egypte, Italië en Griekenland trok. Over zijn leven zijn we het uitvoerigst ingelicht door Lucianus’ satire Περεγρινου τελευτης (Het levenseinde van Peregrinus Proteus).
Lucianus oordeelt zeer ongunstig over Peregrinus Proteus: hij zou door zwendel en grootspraak zijn aanhangers geëpateerd hebben en zelfs zijn vader hebben vermoord. Toen hij eens in de gevangenis terecht gekomen was, bekeerde Peregrinus Proteus zich tot het christendom, waarmee hij echter spoedig weer brak. De spectaculaire zelfmoord van Peregrinus Proteus, die zich in 167 te Olympia (of in 165 bij de olympische spelen?) in het vuur wierp en levend verbrandde, wordt door Lucianus, die er evenals vele anderen, getuige van was, als aanstellerij beschouwd. Volgens andere bronnen (o.a. Gel- lius, Noctes Atticae 8, 3) was Peregrinus Proteus echter een ernstig en evenwichtig man, van hoog zedelijk niveau, wiens zelfverbranding een staaltje van uiterste zelfbeheersing was.Lit. K. von Fritz (PRE 19, 656-663). - D. Plooy/J. Koopman, De dood van P. (Utrecht 1915). D. Dudley, A History of Cynicism (London 1937) 170-182. [Nuchelmans]