Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 18-06-2025

NIPPUR

betekenis & definitie

Oude naam van een stad die ca. 150 km ten zuidzuidoosten van Baghdad ligt; de tegenwoordige naam Nuffar lijkt de oude bewaard te hebben.

De blijvende betekenis van Nippur in de loop van de geschiedenis van Mesopotamië is vooral een gevolg van het feit dat de stad de voornaamste cultusplaats was van de god → Enlil, die naast de meestentijds geen belangrijke rol spelende Anu optrad als hoofd-god van het sumerisch-babylonische pantheon tot de opkomst van Marduk. Van een belangrijke politieke rol van de stad blijkt niets, slechts een enkele ensi van Nippur liet zeer incidenteel een eigen inscriptie na. Wel speelde de stad administratief een rol. De teksten van het archief van Drehern hebben W. W. Hallo in staat gesteld het systeem te reconstrueren dat de heiligdommen van Nippur voorzag van de nodige offers.

Een reeks van gouverneurs van plaatsen in Centraal-Babylonië droeg bij toerbeurt gedurende een zeker deel van het jaar de verantwoording. In hoeverre dit systeem ook vóór Ur III gefunctioneerd heeft weten wij niet; wij kunnen dus niet zeggen of deze amphictyonie iets van oude oorsprong was en de min of meer neutrale politieke rol van Nippur verklaart. Uit de Isin-Larsa-tijd zijn er enige zeer beperkte gegevens over het voortbestaan ervan. Nippur was toen de inzet van langdurige politieke strijd. Het bezit van Nippur was vooral een kwestie van prestige voor naar hegemonie strevende vorsten. In de kassitische tijd had de stad onder een dynastie van erfelijke ambtenaren aanzienlijke administratieve betekenis, in de tijd van de Sargoniden was Nippur een steunpunt van de Assyriërs in Babylonië.

Nog in de parthische tijd was Nippur een stad van betekenis. Archeologisch komen de beste gegevens niet uit de Enlil-tempel, doch uit die van → Inanna. De zeer voorlopige publicaties spreken van 20 bouwfasen vóór Hammurapi, beginnend nog vóór het ontstaan van de grote heiligdommen in Uruk (Uruk V), in wat in de amerikaanse terminologie ’protoliterate a’ heet. Belangrijk zijn vooral sculptuurvondsten. Het tempelcomplex van Enlil, overdekt door een groot parthisch fort, werd gevonden door de opgravingen rond 1900; een naonderzoek na de Tweede Wereldoorlog leverde o.a. een keukenachtig gebouw op. Het best bewaard is hier overal de Ur III-fase, doch oud-babylonische, kassitische en assyrische werkzaamheden aan de ziqqurrat zijn duidelijk herkenbaar. Oppervlaktevondsten bewijzen overigens dat Nippur al in de 'Ubaid-periode bewoond was.

Zeer belangrijke vondsten werden al vóór 1900 gedaan in de z.g. Scribal Quarters. Praktisch alle kennis van de sumerische literatuur berust op teksten uit de oud-babylonische periode van Nippur, die nu verdeeld zijn over Istanbul, Jena en Philadelphia. De nieuwe opgravingen hebben ook literaire teksten uit de Ur III-tijd opgeleverd. Nagravingen hebben een beter beeld van de chronologie verschaft. Belangrijk, doch slecht bekend, zijn ook de administratieve documenten uit Nippur uit de kassitische periode. Ook veel nieuw-babylonisch materiaal is bewaard.

Lit. H. V. Hilprecht, Explorations in Bible Lands (Philadelphia 1903). D. E.

McCown/R. C. Haines, Nippur I (OIP 78, Chicago 1967). R. S. Ellis, Bibliography (Wiesbaden 1972) 61v. [van Driel]

< >