Gemetselde en overdekte trap of put met wenteltrap die in verbinding staat met de Nijl, welks waterstand zodoende gemeten kan worden. De huidige arabische naam is mikjâs.
Hij lag aan de oever van de rivier (eiland Roda, bij Oud-Kairo, en Elephantine; beschrijving van dit laatste νειλομετριον bij Strabo 17, 1, 48) of in de nabijheid van een tempel (Medinet Habu, Edfu, Philae). Het hoogste peil van de overstroming, tijdens het jaar bereikt, werd er op aangetekend. De → Palermo-steen bewijst dat dit reeds geschiedde onder de 1e dynastie. Er bestaan scalae met hiëratische, koptische en arabische aantekeningen. Voor zover de overstroming, onbeïnvloed door de stuwdammen, zich vrij kan uitwerken bedraagt het verschil tussen maximum en minimum bij Aswan omtrent zeven, bij Kairo ca. vijf meter. In de oudheid gold als optimale stijging die van 16 el (de egyptische koningsel: 0.523 m), vgl.
Plinius, Naturalis historia 5, 9. Daarom stelt ook het beeld van de Nijlgod uit de hellenistische tijd, dat zich in het Vaticaans Museum bevindt, een grijsaard voor met 16 kinderen.Lit. A. Wiedemann, Herodots zweites Buch (Leipzig 1890) 78-81. L. Borchardt, Nilmesser und Nilstandsmarken (Anh. zu Abh. preuss. Akad. 1906).
E. Drioton, Les origines pha- raoniques du nilomètre de Rodah (Buil. de l’Inst. d’Ég. 34, 1953,291-316). [Vergote]