Stad in Centraal-Anatolië, blijkens een recente tekstvondst uit Bogazköy-Hattusas inderdaad feitelijk identiek met → Kanes (het huidige Kültepe, 20 km ten noordoosten van Kayseri), zoals in een vroeger stadium van het onderzoek door Forrer en Güterbock werd verdedigd. De stad werd door Pithanas en Anittas, twee vorsten van → Kussara, die aan het begin staan van de hethitische geschiedenis maar eveneens in de z.g. cappadocische handelsteksten worden vermeld, als nieuwe residentie in gebruik genomen.
Het spijkerschrift-hethitisch (zie Hethitisch) werd door de Hethieten zelf als nasili/nesili, ’taal van Nesa’, of als nesumnili ’taal van de Nesiet’ aangeduid. De frappante overeenkomsten tussen het inheemse namenmateriaal in de cappadocische handelsteksten enerzijds en de oud-hethitische onomastiek anderzijds zijn als uitvloeisel van de bovenvermelde identiteit te verklaren.Lit. H. Otten, Zu den Anfängen der hethitischen Geschichte (MDOG 83, 1951, 33-45). H. G. Güterbock, Eretz-Israel 5 (Mazar Anniversary Volume, 1958, 46-50). [Houwink ten Cate]