Een nog niet met zekerheid gelocaliseerde hethitische stad in het noorden van Klein-Azië met als meest waarschijnlijke ligging het gebied aan de voet van de Ada Dag in de nabijheid van het huidige Kargi. Tijdens het oud-hethitische koninkrijk tot de belangrijkste steden van het rijk behorend, viel de stad in de tweede helft van de 15e eeuw vC in handen van de Kaska-nomaden.
Suppiluliumas I en Mursilis H voerden militaire operaties in de streek van N. uit, maar de feitelijke herovering en de herbouw van de stad staan op naam van Hattusilis III, die in zijn teksten - zowel in de z.g. ’Apologie’ als in de koninklijke gebeden van hemzelf en Puduhepas - dit wapenfeit sterk benadrukt. De herovering vond plaats tijdens de regering van Mursilis III. De cultus van Nerik (feesten, goden en tempelgebouwen) is op basis van het overvloedige tekstmateriaal door V. Haas aan een indringende behandeling onderworpen.Lit. V. Haas, Der Kult von Nerik (Studia Pohd 4, Rome 1970). [Houwink ten Cate]