Huidige arabische naam van een ca. 50 km ten noordwesten van Luxor in Egypte gelegen dorp (in de oudheid Chenoboskion, waarbij in 1945 of 1946 bij graafwerkzaamheden door een groep fellahin een urn met dertien manuscripten (papyruscodices) werd gevonden die gnostisch bleken te zijn (zie gnosis). In 1948/1949 kwamen deze in 3 gedeelten naar Kairo.
Een gedeelte werd in 1952 in Europa verkocht (de zogenaamde Jung-codex), waaruit in 1956 het Evangelie van de Waarheid werd gepubliceerd. Na aanvankelijke moeilijkheden is de publicatie van de uiterst belangrijke vondst - men bezat tot dusver slechts zeer weinig gnostische teksten - geleidelijk op gang gekomen. Naast egyptische geleerden houden zich hier o.a. Puech, Quispel, Doresse en Till mee bezig. De geschriften zijn in verschillend handschrift en dateren waarschijnlijk uit de tweede helft van de 4e of het begin van de 5e eeuw. De meeste teksten zelf zijn vroeger ontstaan; zo dateert het Evangelie van de Waarheid waarschijnlijk uit ca. 140.
De manuscripten zijn in het koptisch, maar waarschijnlijk bijna alle vertalingen uit het grieks. Enkele titels van de manuscripten zijn: Apocryphon van Johannes, Evangelie van de Waarheid, Evangelie van Thomas, Evangelie van Philippus, Hypostasis van de Archonten, Openbaring van Paulus, Openbaring van Jacobus, Handelingen van Petrus en Uiteenzetting van de Gnosis.Lit. W. C. van Unnik, Newly Discovered Gnostic Writings (London 1959). J. Doresse, The Secret Books of the Egyptian Gnostics (London 1960). D.
M. Scholer, N. H. Bibliography 1948-1969 (Leiden 197i). Id., The Facsimile Edition of the N. H.
Codices, Codex VI (Leiden 1972). Zie verder s.v. Gnosis. [Bartelink]