Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 18-06-2025

MNESICLES

betekenis & definitie

Mnesicles (Μνησικλης), beroemde griekse bouwmeester uit de 5e eeuw vC, waarschijnlijk leerling van Ictinus. Mnesicles bouwde van 437 tot 431 het → Propylaeën-complex op de atheense acropolis, dat met het Parthenon en het Erechtheum tot de indrukwekkendste monumenten van de klassieke attische architectuur behoort.

Lit. L. Guerrini (EAA 5, 128-131). - J. Bundgaard, Mnesicles. (Kopenhagen 1957). [Nuchelmans]

MNESIMACHUS

Mnesimachus (Μνησιμαχος), griekse dichter van de z.g. Midden-Komedie, die een eerste prijs behaalde in de jaren ’60 van de 4e eeuw vC. Hij schreef onder meer de mythenparodieën Αλκμαιων en Βουσειρις, een politieke (?) komedie Φιλιππος en een typenkomedie Δυσκολος (zie Menander). We bezitten van zijn werk elf fragmenten, waaronder slechts één van enige omvang.



Lit. Fragmenten bij
Th. Koek, Comicorum Atticorum Fragmenta 2 (Leipzig 1884) 436-442, en bij J. M. Edmonds, The Fragments of Attic Comedy 2 (Leiden 1959) 360-369. [Nuchelmans]

< >