Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 18-06-2025

MINE

betekenis & definitie

Oudmesopotamische gewichtseenheid van ca. 500 gram, reeds kort na 3000 vC in gebruik onder de naam mana, die niet te scheiden is van het akkadische werkwoord mana'um, ’tellen’. De mine werd in vele landen van het oude Voor-Azië overgenomen, ook in Israël (blijkens jongere teksten uit het OT), als manè (grieks μνα, zie Mna).

Het normale gewicht van de mine was ca. 505 gram, wat vermoedelijk het resultaat was van een standaardisatie rond 2000 vC, waarvan Urnammu in de proloog van zijn Codex gewag maakt. De standaardvorm der gewichten werd toen de eendevorm; later kende men in Assyrië ook de leeuwevorm. Het opschrift op de wand in Dn 5 – me ne te qel ufarsin - is zo te verklaren dat Daniël de getekende gewichtsstenen als werkwoordsvormen interpreteerde: mine = ’geteld’, enz.Naast de standaardm., gebaseerd op een sikkelgewicht van ca. 8,4 gram, kende men later de lichtere babylonische mine van ca. 490 gram, en ook een 1/36 zwaardere, assyrische koningsmine. In Babylonië vormden 60 sikkels 1 m. en 60 m.n één talent (ruim 30 kg). In de omringende landen varieerde dit: in Nuzi kende men een m. van 100 sikkels, in Ugarit, Alalach en Israël ook een mine van 50 sikkels (470 gram, gebaseerd op de zware sikkel van 9,4 gram), bij de Hethieten een mine van 40 sikkels.

Lit. F. Thureau-Dangin, L’U, le Qa et la mine, leur mesure et leur rapport (Journal Asiatique 13, 1909, 79-111). R. de Vaux, Les Institutions de l’Ancien Testament 1 (Paris 1958) 309v. A. Salonen, Die Hausgerate der alten Mesopotamier 1 (Helsinki 1965) 279v.

S. Yeivin, Weights and Measures of Varying Standards in the Bible (PEQ 101, 1969, 63-68). D. Arnaud, Contribution à l’étude de la métrologie syrienne au IIe millénaire (RA 61, 1967, 151-169). [Veenhof]

< >