Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 18-06-2025

MADAURUS

betekenis & definitie

Madaurus of Madaura (Μαδαυρος), stad in Numidië, ca. 75 km ten zuiden van Hippo Regius (Bône); thans Mdaourouch. Tot 46 vC behoorde Madaurus tot het koninkrijk → Numidië, na 46 tot de provincie Africa Nova, die echter al in 30 vC opgeheven en bij Africa proconsularis werd gevoegd.

Hiertoe bleef Madaurus ook behoren toen Septimius Severus in 198 nC de provincie Numidia oprichtte. Onder de Flavii (69-96) werd in Madaurus een veteranenkolonie gevestigd, Colonia Flavia Augusta veteranorum Madaurensium geheten. Franse opgravingen hebben een gedeelte van de antieke stad blootgelegd, o.a. het forum, een klein theater, twee thermen en twee kerkgebouwen. Madaurus was de geboortestad van → Apuleius; Augustinus studeerde er welsprekendheid. Bisschoppen van Madaurus worden genoemd vanaf 348.

Lit
. H. Dessau (PRE 14, 201v). P. RomaneUl (EAA 4, 762- 764). - S. Gsell/C.-A. Joly, Khamissa, Mdaourouch, Announa 1-3 (Alger/Paris 1914-1922). [Nuchelmans]

< >