Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 18-06-2025

LYCUS

betekenis & definitie

Lycus (Λυκος), veel voorkomende griekse naam van personen en rivieren. Vermelding verdienen:

1. Lycus, legendarische koning van Thebe, broer en opvolger van Nycteus, wiens door Zeus verleide dochter Antiope hij naar Thebe terughaalde, gevangen zette en hardvochtig behandelde. Hij werd, evenals zijn echtgenote Dirce, door Amphion en Zethus, de zonen van Zeus en Antiope, om het leven gebracht; zie Amphion.
2. Lycus, legendarische, slechts door Euripides in diens Heracles genoemde, koning van Thebe, die tijdens Heracles’ afwezigheid de thebaanse koning Creon onttroonde en de hele familie van Heracles wilde uitmoorden: zijn vader Amphitryon, zijn vrouw Megara, die een dochter van Creon was, en zijn kinderen. Lycus werd door de plotseling terugkerende Heracles omgebracht.
3. Lycus van Rhegium (ca. 300 vC), geschiedschrijver, die in Alexandrië werkzaam was en van wiens ‘Ιστορια Λιβυης (Geschiedenis van Libië) en Περι Σικελιας enkele fragmenten bewaard zijn gebleven. Laatstgenoemd werk was vermoedelijk een van de belangrijkste bronnen voor het grote en invloedrijke geschiedwerk van Timaeus van Tauromenium.

Lit. Testimonia en fragmenten bij F. Jacoby, Die Fragmente der griechischen Historiker 3 B (Leiden 1950 = 1964) nr. 570. - R. Laqueur (PRE 13, 2404-2407).

4. Lycus, zuidelijke zijrivier van de Maeander in Klein-Azië, thans Cürüksü Cay. Aan de Lycus lag Laodicea. [Nuchelmans]

< >