Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 18-06-2025

LINUS

betekenis & definitie

Linus (Λινος)

1. in de griekse mythologie naam van een jongeling wiens vroege dood reeds in oude tijden in klaagliederen werd bezongen. Volgens één versie van de sage was hij een zoon van Apollo en de muze Urania en werd hij door Apollo gedood omdat hij beweerde even goed te kunnen zingen als zijn vader. In de sage van Argos was Linus een zoon van Apollo en de argivische prinses Psamathe. Deze liet uit vrees voor haar vader haar zoontje door herders opvoeden, maar volwassen geworden werd Linus door honden verscheurd; Psamathe werd door haar vader gedood en Apollo zond uit toom een pestziekte over Argos, die vooral kleine kinderen trof. In de thebaanse sage was Linus een zoon van Apollo en Terpsichore; hij zou Orpheus en Heracles in de toonkunst hebben onderricht, maar toen Heracles berispt werd om de fouten die hij maakte, zou deze Linus met zijn lier doodgeslagen hebben. Naar alle waarschijnlijkheid is Linus niets anders dan een personificatie van het griekse woord voor klaaglied, λινος, waarin dikwijls de klacht αιλινον voorkwam, die opgevat werd als ’ach Linus’.

Lit. W. Kroll (PRE 13, 715-717). [Nuchelmans]

2. Linus, volgens de traditie tweede bisschop van Rome, opvolger van Petrus (Irenaeus, Adversus haereses 3,3,3). Volgens Epiphanius (Panarium 27,6) zou de latere bisschop van Rome → Clemens, nog door Petrus gewijd, zich omwille van de vrede ten gunste van Linus hebben teruggetrokken (kennelijk een geconstrueerde combinatie van verschillende berichten). Legendair is een in het latijn geschreven Martyrium beati Petri apostoli a Lino conscriptum, dat waarschijnlijk uit de 6e eeuw dateert.

Lit. E. Caspar, Die älteste römische Bischofsliste (Berlin 1926). [Bartelink]

< >