Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 18-06-2025

LABERIUS

betekenis & definitie

Mimendichter (106-43 vC). Decimus Laberius, romeins ridder en evenals zijn jongere tijdgenoot Publilius Syrus auteur van mimen, werd in 46 vC door Caesar gedwongen om als acteur in een improvisatiewedstrijd op te treden.

Laberius, die daarbij verloor van Publilius Syrus, werd hierna door Caesar beloond en opnieuw tot de ridderstand, die hij door zijn optreden verspeeld had, verheven. Over de hardheid van het lot, dat hem op zestigjarige leeftijd van eques tot mimenspeler maakte, beklaagt de dichter zich in een bewaard gebleven proloogfragment. Van zijn werk, dat hier en daar politieke toespelingen bevat, zijn alleen een aantal titels en ca. 150 verzen bewaard, voornamelijk bij latere grammatici, die grote interesse aan de dag legden voor zijn opvallende, aan de omgangstaal verwante woordkeus en woordvorming. De reeds in zijn eigen tijd beroemde Laberius gold later als degene die aan de romeinse mimus zijn literaire vorm heeft gegeven.Lit. Fragmenten bij O. Ribbeek, Comicorum Romanorum Fragmenta2 (Leipzig 1873 = Hildesheim 1962) 279-302, en M. Bonaria, Mimorum Romanorum Fragmenta (Genua 1955) 37-77, 103-130. - W. Kroll (PRE 12, 246-248). GRL 1, 257- 259. - H. Reicb, Der Mimus. Ein litterarentwicklungsge- schichtlicher Versuch (Berlin 1903). [Brouwers]

< >