Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 18-06-2025

ITINERARIUM.

betekenis & definitie

I. Itinerarium noemden de Romeinen een reishandboek waarin wegen, steden, dorpen en stationes met de onderlinge afstanden en soms ook met andere gegevens (itinerarium adnotatum) vermeld stonden.

Het uitgebreidste uit de oudheid bewaarde itinerarium is het Itinerarium Antonini Augusti, dat uit twee delen bestaat, een itinerarium provinciarum van de landwegen en een itinerarium maritimum van de zeeroutes; beide dateren uit de tijd van keizer Antoninus → Caracalla (211-217) maar zijn ca. 300 nC opnieuw bewerkt (oudste handschrift uit de 7e eeuw).

Het Itinerarium Burdigalense of Hierosolymitanum (uit 333 nC) beschrijft een pelgrimsreis van Bordeaux naar Jeruzalem en van Jeruzalem naar Milaan; het vermeldt ook bezienswaardigheden en heeft daardoor al enigszins het karakter van een reisbeschrijving (zie Peregrinatio).

In de vorm van inscripties bevinden zich itineraria op een viertal zilveren bekers uit de 4e eeuw nC die in 1852 in Vicarello aan het Meer van Bracciano werden gevonden (CIL 11, 3281-3284; route Gades- Rome) en op de fragmenten van een marmeren zuil in Autun (CIL 13, 2681).

Een getrouwe kopie van een antieke reiskaart (itinerarium pictum) is bewaard gebleven in de z.g. → Peutinger kaart.

Lit. W. Kubitschek (PRE 9, 2308-2363). - Uitgaven: P. Geyer, Itinera Hierosolymitana saeculi IIII-VIII (CSEL 39, 1898). O. Cuntz/J. Schnetz, Itineraria Romana 1-2 (Leipzig 1929- 1940). Itineraria et alia geographica (CC Series latina 175v, Turnhout 1965). [Nuchelmans]

II. Itinerarium (christelijk)

Sedert in de 4e eeuw pelgrimstochten naar de heilige plaatsen ondernomen werden, ontstond er behoefte aan gidsen met informatie voor pelgrims. Het oudste christelijk Itinerarium (Itinerarium Burdigalense; reisjournaal van een pelgrim uit Bordeaux) dateert uit 333. Het stamt van een koopman, die alle pleisterplaatsen en stations voor het wisselen van paarden noemt. Ca. 400 schreef Egeria haar Peregrinatio ad loca sancta. Aan Eucherius van Lyon wordt toegeschreven; De situ Hierosolimitanae urbis (voornamelijk uittreksels uit Hieronymus en Flavius Iosephus). Verder bezitten wij reisberichten van een Noordafricaan Theodosius (ca. 530), van de Anonymus van Placentia (6e eeuw), van de gallische bisschop Arculphus (ca. 670 te boek gesteld door Adamnus van Iona) en van Beda: Liber de locis sanctis (een compilatie uit vroegere geschriften).

Lit. Uitgave: P. Geyer, Itinera Hierosolymitana saec. IV-VIII (CSEL 39). - A. Baumstark, Abendländische Palästinapilger des ersten Jahrtausends und ihre Berichte (Köln 1906). B.

Kötting, Peregrinatio religiosa. Wallfahrt und Pilgerwesen in Antike und alter Kirche (Münster 1950). [Bartelink]

< >