Ibycus (Ιβυκος) van Rhegium, griekse dichter van koorlyriek uit de 6e eeuw vC. Ibycus werkte aanvankelijk in Zuid-Italië en schreef verhalende gedichten in de trant van → Stesichorus.
Later vestigde hij zich op Samos aan het hof van Polycrates (als wij de Suda mogen geloven niet de door Herodotus e.a. genoemde tyran, maar diens vader). Op Samos onderging Ibycus de invloed van de aeolische liefdeslyriek. Van zijn werken, die door de alexandrijnse filologen in zeven boeken werden uitgegeven, zijn slechts enkele fragmenten door citaten bewaard: Ibycus beschrijft hierin de onweerstaanbare macht van de eros. Daarnaast bezitten wij sinds 1922 een fragment op papyrus, waarin de dichter verzekert dat hij niet de heldendaden uit de trojaanse oorlog, maar de persoon van (de jonge?) Polycrates wil verheerlijken; wellicht kan men dit beschouwen als het vroegste voorbeeld van recusatio. Volgens een legende zou Ibycus door rovers gedood zijn, waarna overvliegende kraanvogels de identiteit van de moordenaars aan het licht brachten; dit verhaal vormt het onderwerp Ichthyssymboolvan Schillers bekende ballade Die Kraniche des Ibykus.
Lit. Uitgave van de fragmenten bij E. Diehl, Anthologia Lyrica Graeca 2, 52 (Leipzig 1940) 58-70. D. L. Page, Poetae Melici Graeci (Oxford 1962) 143-169. Met engelse vertaling: J.
M. Edmonds, Lyra Graeca 2 (Loeb Class. Libr., London 1952) 78-119. F. Mosino, Ibico, Testimonianze e frammenti (Reggio 1966). - P. Maas (PRE 9, 816-818). - C.
M. Bowra, Greek Lyric Poetry from Alcman to Simonides2 (Oxford 1961) 241-267. J. P. Barron, The Sixth-Century Tyranny at Samos (Classical Quarterly 14, 1964, 210-229). F.
Sisti, Ibico e Policrate (Quaderni Urbinati 2, 1966, 91-102). Id., L’ode a Policrate. Un caso di recusatio in Ibico (ib. 4, 1967, 59-79). [Schreiner]