Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 18-06-2025

IAMBLICHUS

betekenis & definitie

Iamblichus (Ιαμβλιχος), naam van twee uit Syrië afkomstige griekse auteurs.

1. Iamblichus (tweede helft 2e eeuw nC), auteur van een roman Βαβυλωωιακα in 16, 35 of 39 boeken, waarvan enkele fragmenten en een inhoudsoverzicht (Photius’ Bibliotheca, codex 94) bewaard gebleven zijn: de babylonische koning Garmos laat de knappe Sinonis, op wie hij verliefd geworden is, in gouden ketenen klinken en haar echtgenoot Rhodanes kruisigen; beiden weten te ontkomen en beleven, achtervolgd door de dienaren van de koning, de dolste avonturen, waarin spoken en magie een grote rol spelen.

Lit. Uitgaven: E. Habrich, Iamblichi Babyloniacorum Reliquiae (Leipzig 1960). - W. Kroll (PRE 9, 640-645). - U. Schneider-Menzel, Jamblichos’ Babylonische Geschichten (in F. Altheim, Literatur und Gesellschaft im ausgehenden Altertum 1, Halle 1948, 48-92).

2. Iamblichus van Chalcis in Syrië (ca. 250-ca. 330), neoplatoonse wijsgeer, leerling van → Porphyrius in Rome of op Sicilië en stichter van de z.g. syrische school van het → neoplatonisme. Iamblichus gebruikte het neoplatoonse stelsel van → Plotinus en Porphyrius om een speculatieve theologie van het heidendom te construeren. Daartoe breidde hij het aantal hypostasen van de bovenzinnelijke wereld uit en schoof steeds meer schakels tussen de hoogste godheid en de rest van de bovenzinnelijke wereld, die steeds meer in elkaar grijpende triaden vormen. Niet alleen griekse maar ook allerlei oosterse goden werden, voor een deel op allegorische wijze, in dit systeem opgenomen. Daarmee verbond Iamblichus, die de neiging vertoont de θεουργια de voorrang te verlenen boven de θεωρια, voorts pythagoreische getallensymboliek en allerlei religieuze en occulte praktijken, zodat een soort nieuwe mysteriëngodsdienst ontstond.

Door sommigen wordt aan Iamblichus de verdienste toegeschreven, de tot dan toe geldende, hoofdzakelijk associatieve Plato-interpretatie door een systematischer methode te hebben vervangen: volgens Iamblichus bezitten alle beweringen van Plato geldigheid zowel op fysisch als op ethisch en op metafysisch niveau; derhalve moet de Plato-verklaarder, nadat hij de primaire betekenis van elke passage heeft opgespoord, vervolgens de analoge betekenissen op de beide andere niveau’s zien te vinden.

De volgende werken van Iamblichus zijn bewaard gebleven: Συναγωγη των Πυθαγορειων δογματων (Verzameling van Pythogoras’ leerstellingen) in tien boeken, waarvan we er vijf bezitten:

1. Περι του Πυθαγορικο βιου (Het leven van Pythagoras; uitgave van L. Deubner, Leipzig 1937).
2. Προτρεπτικος εις φιλοσοφιαν (Aansporing tot het beoefenen van de wijsbegeerte; uitg. H. Pistelli, Leipzig 1888; met duitse vertaling M. von Albrecht, Zürich 1963). Hoofdstuk 20 van dit boek bevat enkele excerpten uit een ethisch geschrift, waarvan de onbekende auteur, de z.g. Anonymus Iamblichi, ca. 400 vC geleefd moet hebben (vgl. R. Roller, Untersuchungen zum Anonymus Iamblichi, Diss. Tübingen 1931).
3. Περι της κοινης μαθηματικης επιστημης (De algemene kennis van de wiskunde; uitg. N. Festa, Leipzig 1891).
4. Περι της Νικομαχοθ αριθμητικης εισαγης (Ni- comachus’ Inleiding tot de rekenkunde; uitg. H. Pistelli, Leipzig 1894).
7. Τα θεολογουμενα της αριθμητικης (Theologie van de rekenkunde; uitg. V. de Falco, Leipzig 1922).

Een rijke bron voor onze kennis van het antieke bijgeloof is Iamblichus’ Αβαμμωνος προς την Ποργυριου προς Ανεβω επιστολην αποκρισις (Antwoord van Abammon op Porphyrius’ brief aan Anebo), beter bekend onder de latijnse titel De mysteriis Aegyptiorum (uitg. G. Parthey, Berlin 1857; met franse vertaling E. des Places, Paris 1966).

Onder de verloren gegane werken waren belangrijk Περι θεων (De goden), Περι ψυχης (De ziel; fragmenten bij A. Festugière, La révelation d’Hermès Trismégiste 3, Paris 1950, 177-264) en een aantal commentaren op dialogen van Plato.

Lit. Uitgaven: zie boven. - G. Mau/W. Krolt (PRE 9, 645- 651). - T. Whittaker, The Neo-Platonists2 (Cambridge 1928 = Hildesheim 1961) 121-130. M.

Sicherl, Die Handschriften, Ausgaben und übersetzungen von Iamblichus. De mysteriis (Berlin 1957). C. de Vogel, Greek Philosophy 32 (Leiden 1964) 552- 561. G. Martano, Giamblico e la Scuola di Atene (= E. Zeller/R. Mondolfo, La filosofia dei Greci 3, 6, Florence 1961). [Nuchelmans]

< >