Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 18-06-2025

HIPPARCHUS

betekenis & definitie

Hipparchus (‘Ιππαρχος), griekse eigennaam. Het bekendst zijn:

1. Hipparchus van Athene (6e eeuw vC), tweede zoon van de tyran → Pisistratus, jongere broer van → Hippias, met wie hij van 528/527 tot 514 vC de regering deelde.
2. Hipparchus van Nicaea (ca. 190 tot ca. 125 vC), griekse geograaf en beroemd sterrenkundige, grondlegger van de systematische astronomie. De werken van Hipparchus, die hoofdzakelijk op Rhodus, maar vermoedelijk ook in Alexandrië werkzaam was, zijn verloren gegaan op één jeugdwerk - een commentaar op het astronomische leerdicht van → Aratus (1) - en een aantal fragmenten na. In de geografie bepleitte Hipparchus het gebruik van astronomische observaties bij de kartografie. Over zijn astronomische theorieën zijn we betrekkelijk goed ingelicht door Ptolemaeus, in wiens Almagest Hipparchus voortleeft. De bewegingen van zon, maan en planeten beschreef Hipparchus in een geocentrisch stelsel met epicyclische en excentrische banen; hij stelde een catalogus van 850 sterren samen, waarvan hij de coördinaten aangaf. Hipparchus ontdekte ook de precessie van de nachteveningspunten, preciseerde de lengte van het zonnejaar (365 dagen, 5 uur, 55 minuten en 12 seconden; 6 minuten en 26 seconden te lang) en de gemiddelde synodische omlooptijd van de maan (29 dagen, 12 uur, 44 minuten, 2½ seconden; slechts 1 seconde te kort) en verbeterde → Aristarchus’ (1) schattingen van de afstanden tussen aarde, maan en zon. Hij maakte een systematisch gebruik van de z.g. koordenrekening, een vorm van trigonometrie, waartoe hij een koordentafel vaststelde.

Lit. Fragmenten: C. Manitius, Hipparchi in Arati et Eudoxi Phaenomena commentariorum libri tres (Leipzig 1894; met duitse vertaling). D. R. Dicks, The Geographical Fragments of Hipparchus (London 1960; met engelse vertaling). - A. Rehm (PRE 8, 1666-1681). [Nuchelmans]

< >