De voorloper in assyrische historische teksten van het klassieke Κιλικια/Cilicia, waarbij het nog geenszins a priori vaststaat dat beide geografische aanduidingen elkaar precies dekken. Voor het Hilakku van de assyrische teksten denkt men aan het berg- massief ten Noorden, soms ook meer speciaal aan een bergachtige streek ten Noordwesten van de Cilicische vlakte.
Salmanassar II (858-824 vC) was de eerste assyrische koning, die met een vorst van Hilakku in aanraking kwam. Tijdens de regering van Salmanassar V (727-722 vC) werd Hilakku vermoedelijk tot assyrisch provinciegebied om ten tijde van Sargon II (722-705 vC) een tijdlang door een assyrische vazal van inheemse origine (Ambaris), die met een assyrische prinses gehuwd was, bestuurd te worden. In 713 werden Tabal en Hilakku samen een assyrische provincie. Sanherib (705-681 vC) en Esarhaddon (681- 669 vC) spreken beide in hun teksten van de inwoners van Hilakku als ’wilde bergbewoners’. Tijdens troebelen rond en na 700 vC werd misschien reeds een eerste kiem gelegd voor het latere onafhankelijke koninkrijk van (noordelijk) Cilicië, dat vooral uit griekse bronnen (Herodotus) bekend is. In het begin van de regering van Assurbanipal (669-631/629 vC) zocht een koning van Hilakku steun bij Assur tegen de opdringende Cimmeriërs. Blijkens een tekst van dezelfde assyrische koning, die door een notitie bij Strabo bevestigd wordt, vond Lygdamis, een bekende cimmerische aanvoerder uit dit tijdvak, in deze streken de dood.Tijdens de laatste decennia van de 7e en tevens in het begin van de 6e eeuw vC bestond er een onafhankelijk (noordelijk) Cilicië, terwijl de Cilicische vlakte in assyrische en later neo-babylonische handen was. Ten tijde van het conflict tussen de Lydiërs en de Meden (590-585 vC) bemiddelden dit onafhankelijke Cilicië en Babylon gemeenschappelijk tussen de strijdende partijen (Herodotus I, 74). In de tijd van de oorlog tussen Croesus en Cyrus bewaarde Cilicië een welwillende neutraliteit ten opzichte van de Perzen. Het lijkt waarschijnlijk dat de incorporatie van de Cilicische vlakte in de staat van die naam een tamelijk laat gebeuren geweest is (ca. 550 vC). De geschiedenis van Cilicië in de perzische tijd kan in twee tijdvakken worden onderverdeeld, de periode van 547 tot 401 vC, tijdens welke een inheems vorstendom met koningen, die allen Syennesis heetten, gehandhaafd werd, en de tijd tussen 401 en 334 vC, toen Cilicië door een perzische satraap werd bestuurd.
Lit. P. Naster, L’Asie Mineure et l’Assyrie aux VlIIe et Vlle Siècles av. J.-C. d’après les Annales des Rois Assyriens (Bibliothèque du Muséon no. 8, Louvain, 1938). A. Erzen, Kilikien bis zum Ende der Perserherrschaft (Leipzig 1940). [Houwink ten Cate]