Epitome (επιτομη, latijn epitome of epitoma), sinds de 4e eeuw vC benaming voor een uittreksel uit een omvangrijker geschrift.
Zulke uittreksels werden in de hellenistische en de keizertijd in grote aantallen vervaardigd, gewoonlijk om didactische en andere praktische redenen. Bekende voorbeelden uit de griekse en romeinse literatuur zijn:1. de compendia van het compilatiewerk Δειπνοσοφισται van → Athenaeus (3) van Naucratis;
2. de epitome. van de inhoud der gedichten van de → epische cyclus in → Proclus’ Chrestomathie;
3. de Periochae en de Oxyrhynchus-epitome. van → Livius’ geschiedwerk;
4. de z.g. Hegesippus-bewerking van → Flavius Josephus’ Geschiedenis van de joodse oorlog.
Lit. I. Opelt (RAC 5, 944-973). - H. Bott, De epitomis antiquis (Diss. Marburg 1920). M. Galdi, L’epitome nella letteratura latina (Napels 1922). [Nuchelmans]