Lucius Annaeus Comutus, uit Leptis in Afrika, was een vooraanstaand stoïcijns filosoof ten tijde van Nero, en tevens auteur van grammaticale en retorische geschriften, waarvoor hij zich zowel van het grieks als van het latijn bediende.
Hij was leraar van de dichters → Persius en Lucanus en werd door Nero in 65 (volgens anderen in 66 of 68) verbannen; van zijn verdere leven is niets bekend. Bewaard gebleven is een grieks geschrift, ’Επιδρομη των κατα την ’Ελληνικην θεολογιαν παραδεδομενων (Samenvatting van de overlevering betreffende de griekse godenleer), waarin hij de mythen allegorisch verklaart. Verloren gegaan zijn o.a. een traktaat over de logica van Aristoteles, een commentaar op Vergilius en een werk over ortografie. Ten onrechte staan op naam van Comutus een anonieme Rhetorica en scholia op de gedichten van Persius en Juvenalis.Lit. Uitg. Editio princeps met latijnse vertaling van Clauserus (Basel 1543). Moderne editie: C.Lang, Cornuti theologiae Graecae compendium (Leipzig 1881). Fragmenten in A. Mazzarino, Grammaticae Romanae Fragmenta aetatis Caesareae I (Turijn 1955). - A. D. Nock (PRE, Suppl. 5, 1931, 995-1005). — R. Reppe, De L. Annaeo Comuto CLeipzig 1906). B. Schmidt, De Comuti theologiae Graecae compendio (Halle 1912). [Diercks]