Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 21-02-2025

CLEOMENES

betekenis & definitie

Cleomenes (Κλεομηδυς), naam van drie Spartaanse koningen uit het huis der Agiaden:

1. Cleomenes Cleomenes I, zoon van koning Anaxandridas, oudere halfbroer van Dorieus, Leonidas en Cleombrotus (1), koning van Sparta van ca. 519 tot ca. 487. Cleomenes trachtte de hervormingen van → Chilon ongedaan te maken en de macht der koningen te herstellen. Hierdoor kwam hij in conflict met zijn collega, de Eurypontide Demaratus, en met de eforen. Aangezet door het orakel van Delphi, viel Cleomenes in 510 aan het hoofd van een peloponnesisch leger Attica binnen en maakte een eind aan de heerschappij van de tiran Hippias. In de volgende jaren steunde hij de tegenstanders van de democratische hervormingen in Athene; in 503 door de oligarchische archont Isagoras te hulp geroepen, werd hij door de democraten op de atheense acropolis ingesloten en tot de aftocht gedwongen. Op de Peloponnesus had Cleomenes meer succes met zijn expansiepolitiek: daar bracht hij in 494 Sparta’s erfvijand Argos een verpletterende nederlaag toe. Terwijl hij in 491 een strafexpeditie tegen Aegina ondernam, werd hij door Demaratus aangeklaagd; vergeefs, want Cleomenes slaagde erin, Demaratus te vervangen door zijn gunsteling Leotychidas. Niet lang daarna zou Cleomenes in een vlaag van waanzin zelfmoord gepleegd hebben.

Lit. Herodotus 5, 39-76; 6, 50-85. - T. Lenschau (PRE 11, 695-702).

2. Cleomenes II, zoon van Cleombrotus I, koning van Sparta van 370 tot 310 vC. Ondanks zijn langdurige regering valt er over Cleomenes niets bijzonders te vermelden.
3. Cleomenes III, zoon van koning Leonidas II, koning van Sparta van 235 tot 222. Met behulp van een huurlingenleger, waarmee hij bij expedities tegen de achaeïsche bond grote successen behaald had, trachtte hij opnieuw de mislukte sociaal-economische hervormingen van → Agis IV te verwezenlijken. In 227 schafte Cleomenes het eforaat af, verbande 80 voorname tegenstanders en liet het grootgrondbezit verdelen onder 4000 Spartanen en perioeken; de wetgeving van Lycurgus en de harde Spartaanse leefwijze werden in ere hersteld. Vervolgens versloeg Cleomenes, die steeds meer de allures van een hellenistisch vorst aannam, → Aratus en de achaeïsche bond opnieuw, nam Mantinea, Tegea en Argos in en belegerde Corinthe en Sicyon. Inmiddels had Aratus in 225 zijn antimacedonische politiek laten varen en zich tot koning Antigonus Doson van Macedonië gewend. Met diens hulp werd Cleomenes in het defensief gedrongen en in de zomer van 222 bij Sellasia definitief verslagen: voor het eerst in de geschiedenis werd Sparta door zegevierende vijanden bezet. Cleomenes vluchtte naar zijn bondgenoot Ptolemaeus IV van Egypte, maar werd door diens opvolger geïnterneerd; na een mislukte ontsnappingspoging pleegde hij zelfmoord (219). In Sparta werden na de slag bij Sellasia de hervormingen van Cleomenes ongedaan gemaakt.

Lit. Plutarchus’ levens van Agis, Cleomenes en Aratus. T. Lenschau (PRE 11, 702-710). - P. Cloché, Remarques sur les règnes d’Agis IV et de Cléomène III (REG 56, 1943, 5371). A. Fuks, Agis, Cleomenes and Equality (Class. Philology 57, 1962, 161-166). [Nuchelmansj

< >