Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 21-02-2025

CHONSU

betekenis & definitie

Een egyptische maangod.

Meestal wordt hij als mens op archaïsche manier (d.i. met aaneengesloten benen, zoals bv. Ptah), met op het hoofd de maan, afgebeeld. Dit wijst er op dat hij van meetaf aan een kosmische god was. Zijn naam werd, tenminste in het Late Tijdperk, verklaard als ’hij die (de hemel) doorloopt’. De koptische naam van een maand luidde pasons, grieks Παχων ’die van Chonsu’. Zijn voornaamste cultusplaats was Karnak, waar hij als zoon van Amon en Mut met dezen een trias vormde. Vandaar ook de afbeelding van Chonsu als kind en de verbinding met Harpocrates, de Horusknaap. In zijn tempel in het Amonsdomein te Karnak werd hij als Neferhotep (grieks Νεφωτη ’de rijke aan genade’) vereerd. Het heiligdom heet ook Χεσπισιχις d.i. tempel van hnsw hsb hw Χεσεβαισ ’Chonsu die de levensduur berekent’. Een meer populair parallel daarvan was zijn naam hnsw p3 iir shr (Χεσπισιχις) 'Chonsu de raadgever’, onder dewelke hij voornamelijk als genezende godheid werd vereerd. Een beeld van deze god werd naar Bentresj, de zieke prinses van Bachtan, gezonden. Tengevolge van het syncretisme van Chonsu met Thot, een andere maangod, en met de zonnegod Horus werd Chonsu soms als man met de kop van een ibis, resp. van een valk, afgebeeld.Lit. RÄR 140-144. [Vergote]

< >