Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 21-02-2025

CHALCIS

betekenis & definitie

Chalcis (Χαλκις), belangrijkste stad van het griekse eiland Euboea, gelegen aan de westkust op het smalste punt van de Euripus, de zeestraat tussen Euboea en Boeotië; thans nog Chalkis geheten.

Reeds vroeg stichtte deze ionische stad talrijke kolonies in het Westen (8e eeuw: Cumae en Rhegium in Italië, Naxus, Leontini, Catana en Zancle op Sicilië) en kleinere volksplantingen op de Sporaden en op Chalcidice (7e eeuw). Kort na 700 vC ontbrandde tussen Chalcis en het 13 km zuidoostwaarts gelegen Eretria een langdurige strijd over het bezit van de tussen beide steden gelegen vruchtbare Lelantische vlakte; deze werd ca. 650 door Chalcis gewonnen, maar in 506 leed de stad een nederlaag tegen de Atheners, moest een deel van de vlakte afstaan aan 4000 atheense cleruchen en de democratische staatsvorm aannemen. Tijdens de perzische oorlogen stond Chalcis aan de zijde van Athene, na 478 werd het lid van de attisch-delische zeebond; in 446 viel het af, maar werd door Pericles met geweld onderworpen. Na 411 keerde Chalcis zich opnieuw tegen Athene, doch in 377 trad het toe tot de nieuwe attische zeebond. Door haar strategische ligging was de stad sinds 350 vC een fel omstreden steunpunt van de macedonische macht in Griekenland. Als lid van de achaeische bond streed zij tegen de Romeinen, waarbij ze in 146 vC ten dele verwoest werd.

Door zijn uitgebreide handelsrelaties beleefde Chalcis, dat twee havens had, vooral in de 7e en 6e eeuw vC een grote bloei; het sloeg eigen munten sinds ca. 530 vC. Via → Cumae werd het alfabet van Chalcis (X = ks!) het voorbeeld van het romeinse schrift.

Van het antieke Chalcis is vrijwel niets meer te zien; in het plaatselijke museum zijn enkele archeologische vondsten ondergebracht.

Lit. E. Oberhummer (PRE 3, 2078-2088). A. Stucchi (EAA 2, 259v). [J. A. de Waele]

< >