Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 21-02-2025

CEPHISODOTUS

betekenis & definitie

Cephisodotus (Κηφισοδοτος), naam van twee attische beeldhouwers, grootvader en kleinzoon, uit de 4e en 3e eeuw vC.

1. Cephisodotus, vader van → Praxiteles; zijn hoogtepunt werd in de 102e olympiade geplaatst (372-368). Als werken worden van hem genoemd:
1. een bronzen Irene met Plutus op de arm, die bij de tholus op de atheense agora was opgesteld (Pausanias, Periegesis 1,8,2; 9,16,1); dit werk heeft men kunnen identificeren met afbeeldingen op amforen en munten en met kopieën (een mooie marmeren in de Antikensammlung te München: EAA 4, 341);
2. Hermes met de kleine Dionysus (Plinius, Naturalis Historia 34, 87);
3. Muzenbeelden voor het heiligdom op de Helicon (Pausanias, Periegesis 9, 30, 1).

Lit. G. Lippold (PRE 11, 232-235). D. Mustilli (EAA 4, 343v). - G. Richter, The Sculpture and Sculptors of the Greeks (New Haven/London 1929) 255w.

2. Cephisodotus, zoon van Praxiteles. Hij maakte samen met zijn broer Timarchus verschillende werken en hem wordt een langdurige activiteit toegeschreven (ca. 345-280). Veel werken worden van hem genoemd, zonder dat echter een duidelijk beeld van zijn oeuvre te reconstrueren is. Van een zittend Menanderbeeld in het atheense Dionysustheater is de basis teruggevonden, maar het blijft onzeker of hiermee te identificeren is het portret van → Menander dat in vele exemplaren is overgeleverd (o.a. te Boston: EAA 4, 1014). Voorts heeft Cephisodotus zich voornamelijk op portretten en vrouwenbeelden toegelegd, waarvan ook enkele gesigneerde bases bewaard zijn.

Lit. G. Lippold (PRE 11, 235-240). D. Mustilli (EAA 4, 344v). - J. Marcadé, Recueil des signatuies de sculpteurs grecs 1 (Paris 1953) 53-59. [J. A. de Waele]

< >