Bias (Βιας), griekse eigennaam, o.a. van
1. Bias, legendarische koning van Argos, zoon van Amathaon en Idomene, broer van de ziener → Melampus, met wiens hulp hij zijn nicht, Neleus’ dochter Pero, als echtgenote verwierf. Uit dit huwelijk sproot o.a. Talaüs, de vader van → Adrastus. Toen Melampus de dochters van koning → Proetus van hun waanzin genezen had, schonk Proetus de beide broers als beloning daarvoor ieder een derde deel van zijn rijk en een van zijn dochters. Melampus huwde Iphianassa, Bias Lysippe, die hem een dochter Anaxibia schonk, die later de echtgenote van koning → Pelias van Colchis werd.
2. Bias van Priëne, een van de zeven wijzen. Als heerser over zijn vaderstad in de 6e eeuw vC zou hij zich een grote faam van wijsheid hebben verworven. Volgens Herodotus (1,170) deed hij op het panionische congres van 546 vC het voorstel dat de Ioniërs zich aan de dreigende perzische heerschappij zouden onttrekken door gezamenlijk naar Sardinië te verhuizen. Een langdurige vete tussen Priëne en Santos wist hij bij te leggen. Verhalen over contacten met koning Amasis van Egypte en over een ingrijpen in de tweede messeense oorlog moeten toegeschreven worden aan de latere sagenvorming rond de persoon van Bias, aan wie door het nageslacht ook vele wijze uitspraken in de mond gelegd werden. Een borstbeeld van Bias uit het begin van de hellenistische periode bevindt zich in de Sala delle Muse van het Vaticaans Museum; afbeeldingen van hem komen ook op munten van Priëne voor.
Lit. O. Crusius (PRE 3, 383-389). [Nuchelmans]