Babel (hebr. babel, grieks Βαβυλων), hoofdstad van Babylonië, heet in het sumerisch ka-dingir(ra) = poort Gods, in het akkadisch bab-ili (zelfde betekenis; vgl. evenwel I.
J. Gelb, Journ. of the Inst. of Asian Studies 1, 1955, 1-4; latijnse samenvatting door E. Vogt, Bb 37, 1956, 130). De populaire etymologie van Gn 11,9 brengt de hebr. naam in verband met hebr. balal (verwarren). In Jr 25,26; 51, 41 heet Babel sesak, hetgeen misschien teruggaat op de akkadische naam sis-ku, maar ook kaballistisch letterspel kan zijn. In het NT is Babel symbolische naam voor Rome (1Pt 5,13; Openb 14,8; 16,9; 17,5; 18,2. 10.21); vgl. ThW 1,512-514. De ligging van het oude Babel wordt aangeduid door verschillende tells, waarvan de noordelijkste nog babil heet; opgravingen aldaar door Rich (1811-1817), Layard (1850), Oppert e.a. (1851-1854), de Deutsche Orientgesellschaft onder leiding van Koldewey (1899-1917). Met behulp van oude stadsbeschrijvingen kan men de stad, zoals ze in de tijd van Nebukadnesar was, reconstrueren. Oudere gedeelten zijn slechts sporadisch onderzocht, zodat men zich nog geen voorstelling kan maken van de groei der stad. Babel is in elk geval gesticht door de Sumeriërs, wordt omstreeks 2700 onder Sarkalisari voor de eerste maal genoemd, maar speelde aanvankelijk een zeer ondergeschikte rol als vasal van Ur. Haar betekenis kreeg Babel pas onder de z.g. eerste dynasie van Babel, waarvan de stichter, Sumu-Abu (omstreeks 1830 vC) de eerste stadsmuur bouwde. De verdere geschiedenis tot 539 vC valt samen met die van Babylonië; ook in het perzische rijk was Babel nog belangrijk. In hellenistische tijd ging Babel hard achteruit, ondanks nieuwe bouwwerken, omdat Seleucus I zijn residentie naar Seleucia verplaatste. In 127 vC werd Babel door de Parthen veroverd en verdween daarmede uit de geschiedenis. → Tempeltoren.Lit. E. Unger (RLA 1, 330-369). BRL 68-75. K. G. Kuhn (ThW 1, 512-514). R. Koldewey, Das wieder erstehende Babylon (Leipzig 41935). H. Winckler, Geschichte der Stadt Babylon, (AO 6,1; Leipzig 1907). E. Unger, Babylon, die heilige Stadt, nach der Beschreibung der Babylonier (Berlin 1931). F. M. Th. Böhl, Babylon, de heilige stad (JbEOL 10, 1948, 491-525). A. Parrot, Babylone et l’A.T. (Neuchâtel/ Paris 1956). [v. d. Bom]