Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 21-02-2025

ASKELON

betekenis & definitie

Askelon (hebreeuws askelon) was één der vijf filistijnse steden ten noorden van Gaza.

De stad wordt reeds in egyptische teksten van voor de vestiging van Israël en in de Amarna-brieven vermeld. In de muur van het paleis van Ramses II in Kamak is de verovering van Askelon door de Egyptenaren (ca. 1280) uitgebeeld (ANEP nr. 334). Omstreeks 1200 kwam Askelon in het bezit van de Filistijnen, en bleef ondanks Ri 1,18 filistijns (Joz 13,3; Ri 14,19; 1Sm 6,17; 2Sm 1,20) tot aan de verovering door Tiglatpileser III in 734 (ANET 283). Sanherib vergrootte het territorium (ib. 288). De profeten maken herhaaldelijk melding van de stad (Am 1,8; Jr 47,6v; Zef 2,7; Zach 9,5). In de perzische tijd behoorde Askelon bij Tyrus; in de hellenistische tijd was het uitgesproken anti-judees (1M 10,86; 11,60; 12,33); in 104 vC werd het een vrije stad met eigen tijdrekening en muntrecht. Herodes de Grote werd volgens een niet geheel betrouwbare overlevering in Askelon geboren. In elk geval heeft hij de stad verfraaid (Jos. Bell. 1,21,11). Onder auspiciën van het engelse Palestine Exploration Fund werden hier in 1920/21 opgravingen verricht. Een aantal reliëfs en beelden uit de oudheid wordt thans nog in Askelon bewaard binnen een ommuurde ruimte. Deze zijn hoofdzakelijk uit de hellenistische periode. Uit Askelon kwamen meerdere klassieke geleerden: zie Antiochus (2), Ptolemaeus (RB 53, 1946, 397).Lit. Schürer 2, 53; 3, 119-124. [Beek/v. d. Born]

< >