Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 21-02-2025

AREUS

betekenis & definitie

Areus (Αρευς), naam van twee (of drie?) Spartaanse koningen uit het huis der Agiaden:

1. Areus. I (of II), koning van 309 tot 265, organiseerde in 281 het griekse verzet tegen de macedonische koning → Antigonus Gonatas, maar moest spoedig capituleren. In 272 hield hij, nu bijgestaan door Antigonus, Sparta uit de handen van Pyrrhus. In de → chremonideïsche oorlog (267-261) trachtte Areus het door Antigonus belegerde Athene te ontzetten, maar sneuvelde, toen in 265 zijn leger bij Corinthe verslagen werd. Areus was de eerste Spartaanse koning die zilveren munten - met zijn beeldenaar - liet slaan en zich met een hofhouding omgaf.

Lit. G. De Sanctis, Areo II, re di Sparta (Turijn 1912).

2. Areus II (of III), kleinzoon van Areus I en zoon van koning Acrotatus, was in naam koning vanaf zijn geboorte in 262 tot 254. [Nuchelmans]

< >