Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 21-02-2025

ANTUM

betekenis & definitie

Oorspronkelijk sumerische, later akkadische godin, die o.a. in het scheppingsepos Enuma-elisj en in het Gilgamesj-epos onmiddellijk naast Anu optreedt en ook met hem zakt in de hiërarchie der goden totdat zij in de seleucidische tijd gelijkgesteld wordt met Hera.

Lit. E. Ebeling (RLA 1, 114v). [Beek]

< >