Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 21-02-2025

ACRON

betekenis & definitie

1.

Acron, in Vergilius’ Aenei's (10,719-731) griekse bondgenoot van Aeneas, afkomstig uit Corythus (= Cortona) en gedood door de etrurische vorst Mezentius.2. Acron, legendarische koning van de sabijnse stad Caecina in Latium, die na de sabijnse maagdenroof tegen de Romeinen ten strijde trok en in een tweegevecht door Romulus werd gedood. Deze wijdde Acron’s wapenrusting aan Iuppiter Feretrius toe, de oorsprong van de → spolia opima.

Lit. Persius 4, 10.

3. Acron van Acragas, arts uit de 5e eeuw vC, in latere tijd beschouwd als de grondlegger van de zg. empirische school in de geneeskunde.

Lit. M. Weltmann, Die Fragmente der sikelischen Ärzte (Berlin 1901) 108-109.

4. De grammaticus Helenius Acron schreef in de 2e eeuw nC commentaren op Terentius en Horatius. Elementen uit zijn Horatius-commentaar zijn vermoedelijk verwerkt in de zg. pseudo-Acronische Horatius-scholia, waarvan de oudste versie uit de 5e eeuw stamt.

Lit. O. Keiler, Pseudacronis scholia in Horatium vetustiora, 2 delen (Leipzig 1902/04). [Nuchelmans].

< >