Eén van de doelen van de Duitsers was aan te tonen dat Nederland een Germaanse broederstaat was. Hiertoe werd onder meer in het Nederlandse verleden gezocht naar restanten en symbolen van Germaanse zeden en gewoonten. Het was de taak van de SS om de Nederlandse samenleving op langere termijn te infiltreren met de ideologie van ras en rijk.
Dit dachten Himmler, Rauter en hun Nederlandse geestverwanten te bereiken door een organisatie onder neutrale vlag te stichten die belangstelling moest wekken voor folklore, sibbekunde, heemkunde, de Germaanse voorvaderen en dergelijke. Deze moest in het Nederlandse verleden zoeken naar restanten en symbolen van Germaanse zeden en gewoonten. Frans Eduard Farwerck (1889-1978) speelde daar met zijn stichting Der Vaderen Erfdeel een prominente rol in.
Later ontstond onder de vleugels van de Volksche Werkgemeenschap een eigen tijdschrift dat 'wetenschappelijk onderzoek' over deze onderwerpen diende te verrichten en de resultaten hiervan te populariseren. Het doel was heel duidelijk de gemeenschappelijke afstamming van Nederlanders en Duitsers aan te tonen en middels een breed opgezette propaganda te ijveren voor het uitwissen van de Nederlands-Duitse grens. Bepaalde tentoonstellingen van archeologische of folkloristische aard onder namen als 'Eeuwig Levende Teekens' of 'Wat aarde bewaarde' dienden hetzelfde doel, en trokken blijkbaar ook nogal wat publiek.
De Volksche Werkgemeenschap ging vanaf september 1943 in het kader van de germanisering 'Germaansche Werkgemeenschap' heten. De Volksche Werkgemeenschap was onderdeel van de Duitse SS-Organisatie Ahnenerbe (ook trefwoor