Gepubliceerd op 13-06-2019

Nationale feestrokken

betekenis & definitie

De nationale feestrok (ook wel bevrijdingsrok, levensrok of oranjerok genoemd) is een kledingstuk dat gedragen werd door vrouwen na de bevrijding van de Duitse bezetting in Nederland in 1945. Het idee van de nationale feestrok was afkomstig van Mies Boissevain-van Lennep. Toen zij in gevangenschap verkeerde in Amsterdam onderhield zij contact met haar vrouwelijke medegevangenen door middel van verstopte briefjes in een waszak.

Op een dag vond zij een lappendas in de waszak. Deze was samengesteld door een medegevangene die hierbij kleding van haar kinderen en van haarzelf had gebruikt. Ze vertelde het verhaal achter ieder lapje, en dit zorgde voor verbondenheid onder de gevangenen.

Na afloop van de Tweede Wereldoorlog nam Mies namens de commissie van feest- en gedenkdagen het initiatief om van verschillende lapjes rokken te maken. Deze konden door vrouwen op speciale dagen gedragen worden. Ondanks de textiel-schaarste in deze tijd was er geen gebrek aan oude kledingstukken, en de lapjes konden op oude rokken worden genaaid.

Het was de bedoeling dat vrouwen zelf betekenis gaven aan elk lapje, en deze werden dan ook regelmatig versierd met jaartallen van belangrijke gebeurtenissen, of herinneringen die met borduurwerk verbeeld werden.

De aanwezigheid van de rokken in het openbare leven heeft niet lang geduurd. Het hoogtepunt was op 2 september 1948, toen honderden vrouwen in hun feestrok in een optocht over het Binnenhof in Den Haag trokken, ter viering van het vijftigjarig regeringsjubileum van koningin Wilhelmina.

Daarna zijn er geen grote rokkenmanifestaties meer geweest, maar dit betekent niet dat de rok toen geheel verdween. Er zijn nog rokken bekend waarop data te vinden is van tot in de jaren tachtig. (Bron: Wikipedia)

< >