De British Homeguard, in eerste instantie 'Local Defence Volunteers' of LDV, was een verdedigingsorganisatie van het Britse leger tijdens de Tweede Wereldoorlog. De Homeguard was operationeel van 1940 tot 1944 en bestond uit 1,5 miljoen geüniformeerde lokale vrijwilligers die niet in aanmerking kwamen voor de militaire dienst, meestal wegens hun leeftijd. Daarom kreeg de British Home Guard de bijnaam 'Dad's Army'.
De British Homeguard fungeerde als een secundaire defensie, in het geval van een invasie door Duitsland en zijn bondgenoten. De Homeguard bewaakte de kustgebieden van Verenigd Koninkrijk en andere strategisch belangrijke locaties, zoals vliegvelden en fabrieken.