Hervormd theoloog (Leiden 12 Nov. 1779 - 6 Febr. 1871), werd in 1813 hoogleraar te Franeker, in 1816 te Amsterdam, in 1824 te Leiden (aldaar in 1819 doctor honoris causa). Vooral als exegeet van het Nieuwe Testament heeft hij betekenis gehad.
Bibl.: Comm. perpetuus in cp. Pauli ad Philippenses (1838); Geschiedenis der zedelijke en godsdienstige beschaving van het hedendaagsche Europa (1844, 21866); Over de godgeleerdheid in het algemeen en hare betrekking tot het onderwijs op ’s lands hoogescholen in het bijzonder (1850); Proeve van grondslagen voor eene nieuwe vertaling van het N.T. (1852); Interpretatie ep. Pauli ad Romanos (1855-59).