Italiaans dichter (Florence 30 Dec. 1642 - 24 Sept. 1707), is een der weinigen in zijn tijd die ontkwam aan het Marinisme*, maar hij vervalt daarvoor in dat kunstmatig heroïseren van de poëzie, waartoe reeds de Laatrenaissance de aanloop had geboden. Niettemin blijft hij een der meest gewaardeerde dichters zijner eeuw wegens zijn twee krachtige Oden ter gelegenheid van het beleg en de bevrijding van Wenen (1683) en zijn patriottische sonnetten All’ltalia. Zijn vele andere Italiaanse en Latijnse verzen, oraties, lofzangen, voorts zijn brieven en elegieën, treden daarbij geheel op de achtergrond.
Filicaia, die door Cosimo III van Toscane senator en later gouverneur van Volterra en van Pisa werd gemaakt, verkreeg een praalgraf in de kerk van Santa Croce te Florence.MR H. VAN DEN BERGH
Bibl.: Opere (Poesie Toscane), uitg. door zijn zoon Scipione da Filicaia te Florence in 1707; Poesie e lettere di Vinc. da F., uitg. d. U. A. Amico (Firenze 1864). De Opere zijn vaak herdrukt.
Lit.: G. Capponi, Vinc. da F. e le sue opere (Prato 1901); over F.’s lyriek ook G. Carducci in zijn Opere, XVI, blz. 414 vgg.