Italiaans arts en natuuronderzoeker (Éologna 11 Sept. 1522 - 1 Apr. 1605), was bestemd voor de handel, maar gevoelde meer voor de studie van de levende natuur. Hij legde grote verzamelingen aan en werd hoogleraar te Bologna (1560-1605), waar hij de leer der simplicia (botanie, zoölogie, palaeontologie) onderwees.
Hij stichtte daartoe ook een der eerste botanische tuinen (1567). Zijn 13-delig encyclopaedisch werk omvat alle natuurrijken. Tijdens zijn leven verschenen slechts de delen over de vogels en de insecten, de overige na zijn dood.Lit.: Biografieën van Fantuzzi (1774), Baldacci (1907), Gosta (1907, 1908); voorts Bodenheimer, Mater. z. Gesch. d. Entomologie I p. 247-276, II p. 306 noot 51; Aldrovandi, Opera omnia, Bononiae 1599-1668.