naam van een bescheiden schouwburgje in de Rue Chaptal (Montmartre) te Parijs, waar eenacters worden gegeven welke zich onderscheiden door hun „griezel’-karakter. De bedoeling is vooral, de zenuwen van de toeschouwers te schokken door hun hetzij bloedige scènes „natuurecht” voor ogen te brengen of anderszins te werken met makabere attributen.
De man die dit genre — dat anders dan de zgn. „draak” dus juist niet op een primitief, maar integendeel op een geblaseerd publiek is ingesteld — hier als directeur bracht was Max Maurey; de beste Grand Guignol-stukken tussen 1905 en 1935 werden geschreven door een vreedzame Parijse archivaris, André de Lorme. Evenals na Wereldoorlog I, is ook na Wereldoorlog II het Grand Guignol weer zeer in trek geweest: een typisch tijdsverschijnsel.