Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SJEWTSJENKO, taras grigorjewitsj

betekenis & definitie

Oekrains dichter (Moryntsi, Gouv. Kijew, 9 Mrt (25 Febr.) 1814 - St Petersburg 10 Mrt (26 Febr.) 1861), werd als lijfeigene geboren.

Trok door zijn talent voor schilderen de aandacht van de bekende Russische schilder Broelow, die hem vrijkocht (1838). Kort daarop ging Sjewtsjenko zich geheel aan de literatuur wijden. Als geen ander heeft hij de ziel van het Oekrainse volk aangevoeld en juist door deze hechte verbondenheid wekte hij de gramschap van de Russische autoriteiten op. Hij werd daarom in 1848 naar Siberië verbannen, waar hij 10 jaar verbleef. De fraaiste zijner gedichten vindt men verzameld in zijn bundel Kobzar (de bespeler van de kobza, een 8-snarig Kleinrussisch instrument).Bibl.: Kobzar (Katerinoslaw 1921); Verz. werk (Russisch, 3 dln Kolomyja z. j.; met inl. d. B. Lepkyj); Voll. uitg. d. Oekrainse Academie (Charkow 1927).

Lit.: M. Tyszkiewicz, La littérature ukrainienne (Berne 1919); C. A. Manning, T. Sch., the Poet of Ukraine (Chicago 1945).

< >