landschapschilder van Engelse nationaliteit, die in Frankrijk werkte (Parijs 30 Oct. 1839 - Moret-sur-Loing 29 Jan. 1899), werd aanvankelijk voor de handel bestemd. In 1862 kwam hij op het atelier van Gleyre, waar hij o.a. met Monet, Bazille en Renoir kennis maakte.
Samen met hen ging hij in Chailly bij Fontainebleau buiten werken. Tot 1870 was hij amateur en van zijn werk uit die jaren is niet veel bekend. Pas sedert 1870 wijdde hij zich geheel aan de schilderkunst. In zijn vroege werken onderging hij de invloed van Corot en Courbet, doch onder invloed van Monet werd zijn kleur lichter en sloot hij zich aan bij de Impressionnisten. Zijn beste werken ontstonden tussen 1872 en 1876.In vele van zijn landschappen wekken zijn luchten herinneringen op aan die van de 17de-eeuwse Nederlanders en van de vroeg 19de-eeuwse Engelse en Franse landschapschilders. In zuivere, rustige en weloverwogen composities, waarin de verhouding tussen lucht en land een belangrijke rol speelt, heeft hij zowel de atmosfeer als het landschap tot zo sterk mogelijke uitdrukking gebracht.
Lit.: H. Graber, C. Pissarro, A. S. Cl. Monet nach eigenen und fremden Zeugnissen (Basel 1943); G.
Jedlicka, S. (Bern 1949); J. Rewald, The History of Impressionism (New York 1946).