(Fr.: Saint-Gilles), voorstad van Brussel, in Belgisch Brabant, aan de Zenne, op golvende leembodem (250 ha), telt (1951) 59.605 inw., in meerderheid Frans- of tweetalig. Er is vnl. metaal-, kleding-, boek-, chemische en bouwindustrie.
Het oude Obbrussel bleef een dorp tot 1850-’60 toe (ca 5000 inw.). Men bereikte het langs de Hallepoort (1381), thans wapenmuseum. De Neoromaanse St-Gilliskerk (1867), met Muntgebouw (1880), de merkwaardige Neogothische celgevangenis (1882) en het raadhuis in Vlaamse Renaissance (1900) zijn aanzienlijke gebouwen,die getuigen van zijn opbloei tot voorstad. Het Dudenpark (23 ha) is een overblijfsel van het Zoniënbos. Museum Speekaert.Lit.: F. Bernier, Monogr. de S. (Bruxelles 1904); G. Mommens, Les transform. et les embellissements de S. 1885-1905 (Bruxelles 1905).