Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SECRETIE (plantkunde)

betekenis & definitie

noemt men bij planten (in ruimere zin) al die processen, waarbij stoffen aan de stofwisseling onttrokken worden. Een werkelijke uitscheiding naar buiten in het milieu, zoals die bij dieren voorkomt, is bij planten niet algemeen.

Daarentegen vinden we zeer dikwijls een uitscheiding naar binnen in bepaalde cellen. Frey-Wyssling onderscheidt de volgende vormen van stofuitscheiding: recretie, d.i. de uitscheiding van stoffen, die wel is waar door de plant zijn opgenomen, doch weer worden uitgescheiden zonder verder in de stofwisseling een rol te hebben gespeeld; excretie, d.i. de uitscheiding van stoffen, die bij de dissimilatie ontstaan zijn en waarvan de verdere functie twijfelachtig is, en ten slotte de secretie in engere zin, d.i. de uitscheiding van stoffen, die bij de assimilatie gevormd zijn en die meestal nog een duidelijke functie hebben. Een scherpe grens tussen deze drie uitscheidingstypen is overigens moeilijk te trekken.Een van de belangrijkste uitscheidingsproducten is het water. Bij de transpiratie worden grote hoeveelheden opgenomen water weer aan de atmosfeer afgegeven (zie waterhuishouding). Daarnaast treedt waterafgifte op in de hydathoden (zie klieren). De passieve hydathoden laten alleen maar het water door, dat ten gevolge van de worteldruk omhoog gestuwd wordt.

Bij de actieve hydathoden hebben we te maken met een secretieproces, waarvan de oorzaken in de cellen der hydathoden zelf gezocht moeten worden. Reeds door Pfeffer zijn de mogelijkheden aangegeven om een dergelijke waterafgifte langs osmotische weg te verklaren. Dit kan wanneer men aanneemt dat om een of andere reden aan de ene zijde der cel een andere osmotische waarde heerst dan aan de andere zijde (zie osmose), dat aan weerszijden der cel een andere permeabiliteit bestaat of doordat de cel aan de ene zijde aan een milieu met hogere osmotische waarde grenst dan aan de andere zijde. De ballaststoffen, die bij de stofopname zijn opgenomen en voor de plant onnodig of zelfs ongewenst zijn, kunnen de plant samen met het uitgescheiden water verlaten.

Bij sommige zoutplanten kent men zelfs zouthydathoden, die zoutoplossingen actief uitscheiden. Een meer algemeen voorkomende wijze om in overmaat opgenomen zouten onschadelijk te maken is de vorming van onoplosbare neerslagen in de cellen. Het bekendst zijn de kristallen van Calciumzouten (vooral oxalaten), die men in verschillende cellen aantreft. Bij sommige plantenfamilies zijn ook afscheidingen van silicaten opvallend. Bij sommige bamboesoorten staan dergelijke silicaatconcreties bekend als tabaschir. Terwijl de tot nu toe besproken uitscheidingsgevallen typische voorbeelden van recretie waren, kan men de uitscheiding van aetherische oliën, gommen, harsen, caoutchouc e.d. onder het begrip excretie rangschikken.

Deze stoffen, die chemisch in zoverre verwant zijn, dat men ze opgebouwd kan denken uit de elementaire bouwsteen isopreem, worden uitgescheiden in klieren en melkvaten. Wanneer door aansnijden van een melkvat het osmotische evenwicht met de omringende parenchymcellen verstoord is wordt de inhoud naar buiten gedrukt. Men maakt hiervan gebruik bij de winning van rubber e.d. producten. Waarschijnlijk hebben deze producten voor de plant zelf geen betekenis meer en zijn ze als afvalstoffen der stofwisseling te beschouwen, maar zekerheid hierover bestaat in de meeste gevallen niet. Bij de uitscheidingsproducten van andere klieren (secretie in engere zin) is dit wel het geval; hier weet men dat de producten een duidelijke functie hebben. Men denke hierbij aan de honingklieren, de klieren die verterende enzymen uitscheiden bij de insectenetende planten enz.

DR A. QUISPEL

Lit.: A. Frey-Wyssling, Die Stoffausscheidung d. höheren Pflanzen (Berlin 1935).

< >