Duits natuuronderzoeker (Neuss 7 Dec. 1810 - Keulen 11 Jan. 1882), werd in 1839 professor in de ontleedkunde te Leuven en in 1848 te Luik, waar hij in 1858 een leerstoel in de physiologie aanvaardde. Hij ontdekte het pepsine in het maagsap en bewees de fundamentele overeenkomst van planten- en dierencellen.
Bibl.: De necessitate aeris atmosphaerici ad evolutionem pulli in ovo incubito (1834); Mikroskop. Untersuch, üb. die Uebereinstimmung i. d. Struktur u. d. Wachstum d. Tiere u. Pflanzen (1839); Anatomie du corps humain (2 dln, 1855).