Nederlands scheikundige (Roermond 1 Sept. 1864 - 20 Febr. 1945), was van 1901-1934 hoogleraar in de anorganische en physische chemie te Leiden. Hij heeft naam gemaakt door zijn talrijke phasentheoretische onderzoekingen, vooral over evenwichten in systemen van drie en vier componenten, en door die over osmotische verschijnselen (zie osmose).
Bibl.: Dl III, systemen met drie componenten, van Bakhuis Roozeboom, Die heterogenen Gleichgewichte (1911, 1913); Lectures on Osmosis (1938).
Lit.: Chem. Weekblad 20, 370 (1923); 23, 405 (1926), 31, 438 (1934).