ook wel School van Fontainebleau of van 1830 geheten, is de naam, aan een groep schilders gegeven, die ca 1830 aan de westrand van het Bos van Fontainebleau hun verblijf kozen, bij het dorpje Barbizon (dep. Seine-etMame), om er van zo dichtbij mogelijk de natuur in al haar uitingen te bestuderen.
De eerste, die zich daar installeerde, was Théodore Rousseau*, die daar door een intiem contact met de natuur, gelijk dat Bruegel en Hobbema openbaarden, het decoratieve van Poussin’s landschapskunst zocht te verjongen en te verlevendigen. ,,Hij begon met het landschap en eindigde met de lucht”, heeft men van zijn kunstontwikkeling gezegd. En dat is practisch de ontwikkeling van de andere leden der bent geweest, hoezeer ze ook onderling verschilden. Zo Daubigny*, minder monumentaal van aanleg, zich meer van Poussin’s compositie verwijderenden al zijn aandacht bestedend aan de kleine aspecten van de natuur (zijn mild coloriet wijst naar dat van Corot); zo de Spanjaard Diaz, tfie er op uit is het spel van licht en donker in dichte bladertooi weer te geven; Millet*, die de figuren met het landschap (vooral het avondlandschap) zoekt te verbinden en daardoor langzaam tot het scheppen van een sfeer komt; zo Troyon*, die, geïnspireerd door de Potters en Wouwerman, dier en omringend landschap tracht samen te smelten.Barbizon was een centrum, zonder locale binding, want de schilders trokken door heel Frankrijk: Rousseau’s fraaiste landschappen stammen uit de Landes, die van Diaz uit de Pyreneeën, die van Daubigny uit Normandië. Nog in de hedendaagse Westeuropese schilderkunst werken de verworvenheden der school van Barbizon door. In haar latere ontwikkeling kwam zij onder de invloed der beide Engelse schilders, Constable en Turner, die op hun beurt een eigen versie van de I7de-eeuwse Hollandse landschapschilders gegeven hadden.
DR JOHN B. KNIPPIMG
Lit.: D. G. Thomson, The Barbizon School (1891).
Manoel Maria BARBOSA DU BOCAGE
(Elmano Sadino), Portugees dichter (17651805), trad reeds op 14-jarige leeftijd in militaire dienst en ging in 1785 als luitenant naar Oost-Indië.
In 1789 vluchtte hij naar Macao en keerde na zijn ontslag, in 1790, naar huis terug.
Barbosa trad in Lissabon tot de vereniging van dichters der zgn. Segunda Arcadia toe en werd spoedig een van haar beste leden.
Reeds de eerste uitgave van zijn Rhythmas (Lissabon 1791) vond veel bijval. Als schrijver van oproerige en atheïstische geschriften, vooral door zijn gedicht Pavorosa ilusao da eternidade, werd hij in 1797 gevangen gezet. In 1798 kreeg hij de vrijheid terug en een aanstelling als revisor van kopergravures, met de verplichting om goede literaire werken uit het buitenland te vertalen. Zo ontstonden in het Portugees uitstekende vertalingen van Delille’s Ja'dins, Castel’s Plantes, Florian’s Galathée enz. Ofschoon een groot deel van zijn eigen werken uit gelegenheidsgedichten en improvisaties bestaat, vertonen ze alle een groot dichterlijk talent en een bijzondere welluidendheid van versbouw. Bocage was de echte bohémien-dichter, wiens leven met allerlei obscene legenden omweven is.
Zijn gedichten zijn bijna alle amoureus of satyrisch. Een enkele maal bereikte hij de sublieme hoogte van een Camöes, op wien hij steeds zijn ogen gericht hield. Leitao de Barros heeft met zijn film „Bocage” een groot succes behaald. In 1853 is er in Bocage’s geboorteplaats, Setübal, een standbeeld voor hem opgericht. Beste uitg. door Inocêncio, waarin een studie over B. van L. A.
Rebelo da Silva (1853/4) in 7 dln; verder ed. Theóphilo Braga (Oporto 1876) in 8 dln.
Lit.: Albino Forjaz de Sampaio (1925).