Portugees staatsman (Vimieiro, prov. Beira Alta, 28 Apr. 1889), zoon van zeer eenvoudige ouders, gaf een aanvankelijke priesterstudie op wegens gebrek aan roeping, studeerde vervolgens rechten en economie te Coimbra en promoveerde daar in de economie (1916).
Kort daarop werd hij hoogleraar te Coimbra en in korte tijd maakte hij naam als de beste financiële deskundige van het land. In 1921 mede-oprichter van de Katholieke Centrumpartij werd hij tot Kamerlid gekozen, maar nam, na één zitting te hebben bijgewoond, zijn ontslag. Na de militaire staatsgreep van 1926 benoemde maarschalk Gómez da Costa hem tot minister van Financiën. Wegens onvoldoende medewerking van zijn collega’s trad hij zeer spoedig weer af. De militaire dictatuur wist echter wel de orde te herstellen, doch niet het financieel verval des lands te stuiten en in 1928 scheen een Volkenbondscuratele de enige uitweg. Ter voorkoming hiervan benoemde president Carmona Salazar opnieuw tot min. van Financiën (27 Apr. 1928), onder inwilliging van diens voorwaarden: volledige zeggenschap over de inkomsten en uitgaven van de Staat.
Hiermede was Salazar de facto dictator geworden. In zeer korte tijd bracht hij zonder buitenlandse hulp de begroting in evenwicht, stabiliseerde de munt en loste de vlottende staatsschuld af. Op 5 Mei 1932 werd hij minister-president. De in dat jaar gepubliceerde grondwet, die in 1933 van kracht werd (zie Portugal, bestuur en geschiedenis), was voor een groot deel zijn persoonlijk werk.Met deze grondwet heeft Salazar in Portugal een corporatieve staat gevestigd, gebaseerd op de beginselen der R.K. maatschappijleer. In plaats van de absolute dictatuur kwam een regeringsvorm, die wel een sterk autoritair karakter draagt, maar toch de hoge overheid bindt aan het recht. Een eenheidspartij werd gevormd onder Salazar’s leiding, de Nationale Unie (União National), met als militaire formatie het Portugese Legioen. Oppositiepartijen worden slechts sporadisch toegestaan.
In karakter en uiterlijk optreden verschilt Salazar zeer van de andere moderne dictatoren. Zijn beleid kenmerkt zich door gematigdheid en zelfbeperking. In de kwarteeuw, gedurende welke hij thans Portugal bestuurt, heeft hij het land zijn zelfrespect en internationaal aanzien hergeven en het tot een van de financieel gezondste landen van Europa gemaakt. Zijn buitenlandse politiek is vredelievend.
Tot 1940 bleef Salazar naast minister-president ook minister van Financiën. Voorts beheerde hij van 1936-1944 het dep. van Oorlog en van 1936-1947 dat van Buitenlandse Zaken. Na de dood van maarschalk Carmona heeft hij van 18 Apr. - 9 Juni 1951 als waarnemend Staatshoofd gefungeerd, maar hij weigerde, zich de presidentiële waardigheid definitief te laten opdragen en bevorderde de verkiezing van generaal Craveiro Lopes.
Bibl.: O ágio do ouro, sua natura e causas. Diss. (Coimbra 1916); Discursos 1928-1934 (Coimbra 1935); Discursos e notas politicas II (1935-1937) (Coimbra 1937).
Lit.: M. Lewandowski, M. Oliveira S. (Maître de l’heure au Portugal), Une expérience de redressement (Lisbonne 1934); A. Ferro, Le Portugal et son chef (vert. uit het Port., Paris 1934, Eng. vert. London 1939); Tomaz Wylie Fernandez, Prof. O.
S.’ Record (Lisbon 1939); E. Brongersma, De opbouw v. e. corporatieven staat. Diss. (Utrecht 1940, 2de verm. dr. 1941); Manoel Lubambo, O humanismo financeiro de S. (Lisboa 1944); Luiz Teixeira, Profile of S. Material for the Hist. of his Life and Times (Lisbon 1944).