Amerikaans dichter (Head Tide, Maine, 12 Dec. 1869 - New York 6 Apr. 1935), in zeer behoeftige omstandigheden en grote eenzaamheid tot 1897, in welk jaar hij naar New York verhuisde dat hij voortaan kende als „The best place to live in”. Robinson was de dichter der mislukkelingen geworden; in een reeks portretten had hij de kleine man van „Tilbury Town” (d.i.
Gardiner, woonplaats van zijn jeugd), in een volkomen nieuw realisme en in een taal die dicht aansloot bij de omgangstaal van New England, uitgebeeld als „Children of the Night”. Zijn verzen kenmerkten zich door hun laconieke toon, hun droge humor; hij onderging kennelijk de invloed van Zola, Crabbe, Kipling en Tennyson. Zijn faam werd gevestigd met The Man against the Sky (1916). Van grote distinctie waren Robinson’s grote gedichten Merlin (1917), Lancelot (1920) en Tristram (1927), een Arthur-trilogie die wellicht hoger moet worden gewaardeerd dan Tennyson’s Arthur-poëzie. Zijn latere grote gedichten zijn vlakker; niettemin is Robinson een van Amerika’s oorspronkelijkste, boeiendste en gaafste dichters. Driemaal werd hem de Pulitzer-prijs toegekend.MICHEL VAN DER PLAS
Bibl.: The Torrent and the Night Before (1896); The Children of the Night (1897); The Town Down the River (1910); The Three Taverns (1920); Avon’s Harvest (1921); Roman Bartholow (1923); The Man Who Died Twice (1924); Dionysos in Doubt (1925); Cavender’s House (1929); Collected Poems (1930).
Lit.: Van Wyck Brooks, New England: Indian Summer (1940); Mark van Doren, E. A. R. (1927); L. Lippincott, Bibliogr. of the Writings and Criticisms of E. A. R. (1937); E.
Kaplan, Philosophy in the Poetry of E. A. R. (1940); Elsworth Barnard, E. A. R. (1952).