een Amerikaans impresario (Bethel Conn. 5 Juli 1810 -Bridgeport Apr. 1891), wel genoemd de „koning van de umbug”, was de zoon van een herbergier en had zelf een kleine winkel op het land; maar hij wist daarin door loterijen soms veel geld te verdienen, wat hem evenzeer als uitgever ener courant in Bethel in Connecticut, zijn geboortestad, gelukte: zijn in 1829 opgerichte The Herald of freeaom was wel zeer vrij en vaak lasterlijk, maar had heel veel lezers. In 1835 vestigde hij zich in New York en maakte grof geld door het vertonen van een negerin, Joyce Heth, de zgn. „nurse” van George Washington, die 161 jaar oud zou zijn (maar niet meer dan 70 jaren telde).
Daarmee had hij zijn talent ontdekt: door advertenties de aandacht trekken voor wat feitelijk „humbug” was. Na veel tegenslag werd hij in 1842 door aankoop eigenaar van een „Amerikaans museum” van curiositeiten te New York en wist het door telkensnieuweattracties tot een der drukst bezochte uitspanningsplaatsen te maken. Het meeste geld verdiende hij als impresario van Jenny Lind, de „Zweedse nachtegaal”, met wie hij in 1850 een reis door de V.S. maakte, door welke onderneming hij in 9 maanden ruim een half millioen dollar .verdiende. Daarna bouwde hij een prachtige Oosterse villa te Bridgeport in Connecticut. In 1856 ging hij bankroet, doch trad weldra weer met succes voor het publiek op en maakte zich ten slotte wereldberoemd door de oprichting (1871) van een reusachtig, rondreizend circus met curiositeiten, „The greatest show of the world”, later bekend geworden als Barnum & Bailey (en in 1907 door den laatste verkocht).Bibl.: een autobiografie (1854); The humbugs of the world (1865); Struggles and triumphs (1869).