Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

Otto LANZ

betekenis & definitie

Zwitsers-Nederlands chirurg, letterkundige en collectionneur (Steffisburg, Zwitserland, 14 Oct. 1865 - Amsterdam 22 Mrt 1935), studeerde aan Zwitserse en Duitse universiteiten, was assistent van Kocher, en werd in 1902 hoogleraar in de chirurgie te Amsterdam. Hij heeft verdiensten door zijn werk over krop, appendicitis en asepsis en was een snelwerkend en elegant chirurg.

Te Amsterdam heeft hij de Boerhaavekliniek opgericht, waarvan hij vele jaren directeur is geweest. Als letterkundige sloot hij zich vnl. aan bij de antieken. Zeer bekend is hij geweest als collectionneur van Italiaanse schilderijen; een belangrijk gedeelte daarvan bevindt zich in het Rijksmuseum.Bibi.: Die präventive Chirurgie (oratie. 1902). Letterk. werken: Amor’s Rache (1927); Dante-Lektüre (1930); Xenien MCMXXXII (1934).

Lit.: Gedenkb. v. d. Univ. v. Amsterdam, Aanhangsel. Levensberichten v. prof. (1932); D. v. Cappellen, In mem. O. L., in: Tijdschr. v. geneesk. LXXIX (19351). Over L. als collectionneur: C. de Groot, Amsterdam, stad der schoonheid (1944), blz. 52-60.

< >