1900 1913 1925 1950
V.S 17 38 70 173
Canada 17 20 22 125
Zweden 12 24 40 90
Noorwegen 13 18 18 69
Denemarken 6 18 24 60
Groot-Brittannië 17 25 37 59
Zwitserland 10 18 25 52
Nederland 10 21 26 47
Finland 7 10 14 43
België 9 17 23 38
Duitsland 13 24 23 32 1)
Frankrijk 8 15 18 30
Oostenrijk — — 16 23
Hongarije — — — 12
Italië 3 7 12 ii
Spanje 4 7 8 8
1) West-Duitsland
Van het belangrijke Nederlandse papierverbruik eisen verpakking en reclame het grootste deel op, nl. 62½ pct. Daarnaast is het papierverbruik voor culturele doeleinden ook zeer groot (30 pct), in hoofdzaak bestemd voor dagbladen en tijdschriften; de uitgaven in boekvorm nemen daarbij slechts een bescheiden plaats in (2½ pct). Het overige papier (5 pct) wordt verbruikt voor administratieve doeleinden. De zgn. papierlawine en de formulierenregen, welke uit de laatste rubriek moeten putten, verbruiken derhalve slechts een geringe hoeveelheid.
In samenhang met de sterke toeneming van het papierverbruik in de V.S. (173 kg per hoofd, waarvan 73 kg carton en slechts 35 kg courantenpapier) is de voorziening van Europa na Wereldoorlog II onvoldoende, waardoor een voortdurende schaarste ontstond. Als gevolg hiervan was de conjunctuur voor papier na 1945 gunstig en werden niet alleen de grote papierproducenten in de V.S., Canada, Zweden en Noorwegen geprikkeld tot uitbreiding der productie, ook in Zuid-Amerika, India, en Zuid-Afrika en verschillende andere, kleinere, landen worden nieuwe fabrieken gebouwd.
De prijzen van papier lopen ver uiteen in samenhang met het grote verschil in kwaliteiten. Door de verbetering der techniek en in verband met de algemene dalingen zijn de papierprijzen van 1870 tot 1900 tot op 1/3 gedaald. Van 1910 tot 1928 stegen de prijzen weer met ca 50 pct. Het verloop sedert 1900 was voor courantenpapier in Canada in Can. $ per ton:
1901 40,2
1908 40,2
1919 43,8
1928 63,4
1935 33,2
1938 43,4
1948 86,6
1950 95,3
1951 107,3
Febr. 1952 112,8
In de verdere loop van 1952 trad een licht dalende tendenz op.
Inmiddels heeft het grotere verbruik tot gevolg dat de beschikbare bossen veel sneller gekapt worden dan wenselijk is met het oog op de mogelijkheid nieuwe bossen aan te planten. Wel zijn nog vele tientallen millioenen ha aanwezig, men kan echter niet doorgaan met voortdurend roofbouw te plegen. Houtpulp, dat chemisch of mechanisch uit hout wordt bereid, dient niet alleen als grondstof voor de papierfabricage, maar wordt bijv. ook — vooral in oorlogstijd — voor de aanmaak van explosieve stoffen aangewend en in grote hoeveelheden voor de kledingindustrie gebruikt. Daarom wordt reeds omgezien naar andere grondstoffen, zoals stro en rietsoorten. In Zuid-Afrika worden asbest en afvallen van de suikerindustrie voor de papierfabricage gebruikt. De beschikbare hoeveelheid vezelstoffen van plantaardige oorsprong is echter beperkt en er zal derhalve in de toekomst een rationeler gebruik van de grondstoffen moeten worden gemaakt, bijv. door uit een bepaalde hoeveelheid een grotere oppervlakte papier te bereiden. Verwacht wordt echter, dat bij een verdere stijging van het papierverbruik meer en meer overgegaan zal moeten worden op de vervanging van papier door synthetische producten.